Marije de Gruijter en de opgang van de Nederlandse atletiek
Sinds 2009 is Marije de Gruijter werkzaam bij de Atletiekunie. Ze begon als projectleider Dutch Runners, een platform voor de recreatieve loper, tegenwoordig Hardlopen.nl. Sinds 2012 is Marije accountmanager Marketing & Sponsoring.
De Atletiekunie is de sportkoepel voor ruim driehonderd atletiek- en loopsportverenigingen in Nederland. Samen met alle andere Nederlandse sportbonden is de bond aangesloten bij het NOC*NSF.
De laatste jaren doet de Nederlandse atletiek van zich spreken door de prestaties van Dafne Schippers, Sifan Hassan en andere atleten, waaronder een aantal goede meerkampsters zoals Anouk Vetter.
Marije deed de opleiding SPECO (2001-2005) en is sinds 2016 ook bestuurslid van de BVVS met marketing en sponsoring in haar portefeuille.
Jan de Leeuw had een gesprek met Marije.
Je bent accountmanager Marketing & Sponsoring. Wat houdt jouw functie precies in? Waar ben je vooral mee bezig bij de Atletiekunie?
Marije:
Ik ben verantwoordelijk voor alle partners en sponsoren van de Atletiekunie. Dat betekent het onderhouden van de sponsorrelaties, het ontwikkelen van de propositie, de acquisitie en gezamenlijke activatie met partners. Ook houd ik me bezig met ontwikkeling en advisering van nieuwe producten en diensten binnen de organisatie. Maar ook de marketingcommunicatie van onze twee grootste NK’s zit in mijn portefeuille.
Hardlopers en atleten zijn doorgaans verhoudingsgewijs hoger opgeleid, hebben minder overgewicht en roken minder dan de gemiddelde Nederlander. Ze zien zichzelf vaker als sporter dan de gemiddeld Nederlander (Brancherapport ‘Atletiek in Nederland’, 2016).
Wat kun je met deze kenmerken van de atletieksport als het gaat om het vinden van sponsoren en partners bij de Atletiekunie?
Marije:
Het is natuurlijk goed om te weten wie je achterban is. Het is niet alleen de vraag hoeveel mensen je kunt bereiken, maar ook wat voor type mensen. Hoe specifieker je weet wie je kunt bereiken, hoe interessanter je bent en hoe relevanter je ook kunt zijn voor je achterban. Door niet alleen te weten wie je achterban is, maar ook te weten waar hun behoeften liggen, kun je samenwerkingen aangaan met partijen die relevant zijn. Een relevant partnership biedt over het algemeen een hoger rendement voor alle betrokken partijen.
De atletiekunie heeft ongeveer 140.000 leden en een marktaandeel in de (georganiseerde) sport van 3,2 procent. Stemt dat tot tevredenheid en wat is het doel voor de komende vijf jaar?
Marije:
Als je naar ons ledenaantal kijkt valt vooral op dat wij als één van de weinige sporten de laatste jaren een stabiel ledenaantal hebben ten opzichte van andere sporten. Ik denk dat dit een mooi gegeven is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat je als sport altijd wilt dat nog meer mensen jouw sport beoefenen. In de toekomst willen we onze clubs stimuleren om een actieve en open club te zijn, die maatschappelijk betrokken is en een aanbod heeft voor de verschillende doelgroepen. Een club met een lage drempel en een aanbod passend bij de huidige maatschappij.
Naast leden van atletiekverenigingen hebben we als atletiek natuurlijk ook veel hardlopers. Deze lopers zijn niet specifiek lid van een club, maar beoefenen wel onze sport. Graag willen we ook voor deze groep relevant zijn en hen het plezier van samen lopen laten ervaren.
In 2016 vond het Europees kampioenschap Atletiek plaats in Amsterdam, met ook een aantal side events voor de breedtesport, zoals de Brooks 10K Champions Run.
Hoe kijken jullie terug op dit EK en alles wat erom heen gebeurde?
Marije:
Mede dankzij de grote publieke belangstelling en de goede Nederlandse prestaties zijn de Europese Kampioenschappen Atletiek, die van 6 tot en met 10 juli in Amsterdam werden georganiseerd, uitgemond in een groot succes. Nooit eerder namen zoveel atleten deel aan een dergelijk kampioenschap: 1.480 in totaal. Het evenement werd door bezoekers hoog gewaardeerd (8,2). We hadden voor het eerst atletiekonderdelen buíten het stadion. Met onze side events bereikten we 88.000 kinderen en bijna 13.000 lopers bij de Brooks 10K Champions run. We kunnen terugkijken op een fantastisch EK Atletiek.
De prestaties van Dafne Schippers en andere Nederlandse topatleten hebben gezorgd voor heel veel aandacht. Op welke manieren nutten jullie het succes van deze atleten uit in de marketing van de atletiek en de Atletiekunie?
Marije:
Er is inderdaad heel veel sportief succes in de Nederlandse atletiek. We hadden sinds jaren weer een medaille op de Olympische Spelen. Naast Dafne zijn er meer atleten die goed presteren. Neem het goud van Anouk Vetter bij de EK in Amsterdam op de meerkamp of het brons van Liemarvin Bonevacia tijdens de 400m bij de EK indoor in Belgrado. Allemaal momenten waarop atletiek in de schijnwerpers staat. Het sportieve succes helpt om de sport onder de aandacht te krijgen, maar het is niet vanzelfsprekend dat partijen direct aan de deur staan om te vragen of ze met ons mogen samenwerken of dat kinderen in de rij staan bij de clubs. Meer aandacht biedt wél meer kansen: we staan eerder op het netvlies bij verschillende belanghebbenden. Partijen denken eerder na of atletiek als sport binnen hun marketingstrategie past en dat biedt kansen om onze propositie onder de aandacht te brengen.
In Nederland vinden per jaar ongeveer tweeduizend hardloopevenementen plaats. De organisatie is veelal in handen van not-for-profit organisaties zoals stichtingen en verenigingen. Er wordt veel gewerkt met vrijwilligers.
De laatste jaren zijn er ontwikkelingen dat commerciële partijen zich meer en meer aanbieden als organisatoren van hardloopevenementen. Ook worden bestaande evenementen overgenomen door commerciële organisaties. Zo werd de marathon van Eindhoven een paar jaar geleden overgenomen door het Belgische sportmarketingbureau Golazo Sports. Eerder kreeg dit bedrijf ook al de Marathon van Rotterdam, de Ladiesrun Rotterdam (de grootste vrouwenloop van Nederland) en de Singelloop Utrecht (het oudste hardloopevenement van Nederland) in beheer. Samen zijn de hardloopevenementen van Golazo goed voor z’n 240.000 deelnemers per jaar.
Hoe kijkt de Atletiekunie aan tegen deze ontwikkelingen?
Marije:
Goed en voldoende aanbod van loopevenementen is natuurlijk belangrijk. Met ruim 2.100 events is er veel aanbod. Binnen dit aanbod zien we heel veel vormen, ook wat betreft aanbieders. Er is diversiteit in afstanden, omgeving en ook in de mate van een professionele organisatie. Met de komst van de commerciële partijen is er ook meer professionaliteit aanwezig bij organisaties van loopevenementen. Dat versterkt de evenementen. Dit zien wij als een positieve ontwikkeling.
Afgelopen jaren was er een spectaculaire opkomst van alternatieve loopevenementen: obstakelruns, survivalruns, funruns en Color Runs. Daarmee worden nieuwe doelgroepen aangesproken door de loopsport, vooral jongere doelgroepen. In hoeverre is de Atletiekunie betrokken bij deze ontwikkeling?
Marije:
Hier heeft de Atletiekunie geen directe rol in. Wij organiseren zelf geen loopevenementen en dus ook geen funruns. Het is ook niet zo dat de Atletiekunie tegen dit soort events is. Het is een nieuw aanbod waar wellicht ook weer nieuwe doelgroepen mee worden bereikt. Dat is dus positief.
Hoe heeft jouw carrière zich ontwikkeld na het afstuderen bij de opleiding SPECO? Marije:
Na de opleiding SPECO ben ik door gaan studeren aan de Universiteit van Tilburg. Ik heb een master Marketingmanagement gevolgd. Na het afronden van deze master ben ik, na wat reizen, in 2009 via een sportmarketingtraineeship van NOC*NSF aan de slag gegaan bij de Atletiekunie. In deze startersfunctie als projectleider werkte ik op de afdeling Loopsport. Een leerzame functie, waarin ik verantwoordelijk was voor het beleid, ontwikkelen en vermarkten van het product Dutch Runners. In 2012 ben ik geswitcht naar mijn huidige functie als accountmanager marketing & sponsoring. Een jaar later heb ik deelgenomen aan het talentprogramma ‘Werken in de Sport’. Dat was een initiatief van NOC*NSF in samenwerking met Randstad. Een mooie manier om je netwerk te vergroten en bewuster te zijn van wat je eigenlijk aan het doen bent en waar je ook daadwerkelijk goed in bent.
Op welke manier maak je in je werk gebruik van je netwerk?
Marije:
Een netwerk is altijd belangrijk of het nu privé is of zakelijk. Een netwerk – zoals het afgestudeerdennetwerk van de BVVS – kan je helpen nieuwe contacten te leggen of een expert te vinden op een specifiek gebied. Een goed netwerk biedt kansen en kan deuren openen die eerder gesloten waren.
Twitter: @marijedg
LinkedIn: Marije de Gruijter
Website: www.atletiekunie.nl